Hi Emilie,
In feite stel je meerdere vragen. Met onderstaande hoop ik het wat duidelijker te maken.
Allereerst de akte versus het modelreglement.
De akte bepaalt alles, en gaat vóór het in de akte van kracht verklaarde Modelreglement (in jouw geval 1992). Als het goed is kun je deze volgorde feitelijk ook teruglezen uit de akte. Op enig moment wordt in de akte geschreven welk Modelreglement (MR) van toepassing wordt verklaard, om vervolgens te vermelden op welke punten van het MR men in de akte wenst af te wijken.
Kort: de akte bepaalt welke afwijkingen gelden ten opzichte van het MR.
Terug naar de balkons.
Voor een goed begrip merk ik op dat in het vigerende MR1992 artikel 9 wordt geschreven in het “Hoofdstuk F. Gebruik, beheer en onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken.”
In dit hoofdstuk, en met name in artikel 9, wordt aangegeven wat gemeenschappelijk is. Daarmee is de balkonconstructie gemeenschappelijk.
Vandaar dat ik eerder al schreef:
Kennelijk is er in de akte van splitsing doelbewust afgeweken van artikel 9 MR1992 v.w.b. de gevels, maar niet v.w.b. de balkonconstructies. Uit jouw verhaal trek ik daarom de conclusie dat de balkons moeten worden “behandeld” conform artikel 9, die daarmee gemeenschappelijk zijn.
Merk hierbij op dat het in artikel 9 gaat om de “constructie”(!).
Nu stel je in jouw vraag ook dat er in de akte nog wordt afgeweken van MR 1992 artikel 18.
Merk hier op dat artikel 18 is geschreven onder een ander hoofdstuk van het MR 1992, en wel het “Hoofdstuk G. Gebruik, beheer en onderhoud van privĂ© gedeelten.”
Dit hoofdstuk handelt dus niet over de vraag wat al dan niet gemeenschappelijk bezit is. De balkonconstructie blijft dus “gewoon” gemeenschappelijk bezit.
Artikel 18 begint ook met “Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht zijn privĂ© gedeelte behoorlijk te onderhouden.”
Artikel 18 lid 1 vervolgt met te stellen dat het hierbij gaat om (onder andere) “het onderhoud van de plafonds, de afwerklagen van vloeren en balkons”. En dat natuurlijk nog steeds (ingevolge het hoofdstuk en de 1e zin van lid 1 art. 18) in de privĂ© gedeelten.
Met bovenstaande zou ik (als ik de feiten en teksten die jij aandraagt goed begrijp) tot de conclusie komen dat de afwerklagen (vloer van balkon) in jouw privé gedeelte ook jouw probleem is. Tegelijkertijd zou ik stellen dat het plafond onder jouw balkon, niet horende tot de feitelijke constructie van het balkon, een afwerklaag is binnen het privé gedeelte van iemand anders (in casu het onderliggende appartementsrecht, jouw benedenburen). Ik zou zeggen dat jij niets aan of met die afwerking hebt, je kunt het niet zien, je kunt er niet op lopen of er iets aan vast maken, en het hoort ook nog eens niet tot de constructie. Het is de afwerklaag in het privé gedeelte van jouw benedenburen, net zoals jouw plafond in jouw privé gedeelte zit en alleen jou dient.
Desondanks kan het natuurlijk zo zijn dat er andere meningen en uitleg zijn. Bij twijfel verwijs ik weer naar het eerder genoemde artikel 10. Bij twijfel zou je moeten agenderen en vervolgens besluiten om de twijfel definitief weg te nemen.
Mocht je na dit verhaal nog met vragen of onduidelijkheden zitten dan horen we het wel.
Vriendelijke groet, Bob