Beste allemaal,
Mijn VVE bestaat uit 10 leden. Iedereen heeft een gelijk breukdeel. Per 1 januari 2019 is de servicebijdrage met 10 euro verhoogd naar 120 euro. Dit is besloten op 1 februari 2019. Uit de laatste kascontrole blijkt dat een van de eigenaren al sinds 1 januari 2019 10 euro te weinig betaalt. De jaarrekening over het desbetreffende boekjaar is vastgesteld op 1 februari 2020. Kennelijk is er toen niets opgevallen of hoefde er toen geen actie te worden genomen, afijn.
De nieuw benoemde kascontrolecommissie waar ik zitting in heb, is van mening dat het tekort inmiddels reglementair omgeslagen is over de andere eigenaren. Het bestuur beweert dat dit niet zo is en dat dit pas gaat lopen als er 6 absolute maanden aan te weinig bijdrage is betaald, dus 6×120=720/10=72 maanden. Dit komt mij heel vreemd over. Ik lees het echt anders in het modelreglement 1992.Er is ook nog niets ondernomen qua incassotraject. Wel wat weinig dwingende mails/belletjes/verzoeken om toch alsjeblieft te betalen. Als kascocie missen we daadkracht. Rechterlijke procedure moet natuurlijk eerst aan de vergadering worden voorgelegd, maar daar vergaderen we binnenkort nog over.
Mijn vragen:
1. Per wanneer gaat de termijn in artikel 6.2 nu lopen? Per 1 maart 2020?
2. Klopt het dat de omslag van het tekort over boekjaar 2019 over de overige eigenaren plaats heeft gevonden per 1 september 2020 jl., en dus niet pas per 1 maart 2026 a.s. zoals het bestuur zegt?
3. Is de schuld per overige eigenaar dan 13,33, excl. rente? (120 euro achterstand / 9 eigenaren = 13,33)
De relevante artikelen uit ons MR:
Artikel 4
2. Op grond van de vastgestelde exploitatierekening worden de definitieve bijdragen van de eigenaars door het bestuur met inachtneming van de verhouding als is bepaald in artikel 2 derde lid vastgesteld, met dien verstande dat de definitieve bijdragen in de plaats treden van de in artikel 5 tweede lid bedoelde voorschotbijdragen en dat hetgeen als voorschotbijdragen is betaald in mindering wordt gebracht.
Indien over enig boekjaar de voorschotbijdragen, als bedoeld in artikel 5 tweede lid, de definitieve bijdragen te boven gaan, zal het verschil aan de eigenaars worden terugbetaald, tenzij de vergadering anders besluit.
4. Indien over enig boekjaar de definitieve bijdragen de voorschotbijdragen te boven gaan, moeten de eigenaars dit tekort binnen een maand na de vaststelling van de exploitatierekening aanzuiveren.
Artikel 5
2. Bij het vaststellen van de begroting bepaalt de vergadering tevens het bedrag, dat bij wijze van voorschotbijdragen door de eigenaars verschuldigd is, alsmede het aandeel van iedere eigenaar daarin, vastgesteld met inachtneming van de verhouding als is bepaald in artikel 2 derde lid.
De eigenaars zijn verplicht met ingang van een door het bestuur te bepalen datum maandelijks één/twaalfde van het bedoelde aandeel aan de vereniging te voldoen.
Artikel 6
1. Indien een eigenaar het ingevolge artikel 4 en/of artikel 5 door hem aan de vereniging verschuldigde bedrag niet binnen een maand, nadat het bedrag opeisbaar is geworden, aan de vereniging heeft voldaan, is hij zonder dat enige ingebrekestelling is vereist in verzuim en is hij over dat bedrag, van de datum van opeisbaarheid af, een rente verschuldigd, berekend op basis van de wettelijke rente ten tijde van de dag van opeisbaarheid verhoogd met twee punten, met een minimum van tien gulden (f. 10,–) of zoveel meer als de vergadering telkenjare mocht vaststellen. Het bestuur is bevoegd dit bedrag te matigen.
2. Indien een eigenaar het bedrag van zijn definitieve bijdrage niet binnen zes maanden na verloop van de termijn als bedoeld in artikel 4 vierde lid heeft voldaan, wordt zijn schuld omgeslagen over de andere eigenaars in de onderlinge verhouding als is bepaald in artikel 2 derde lid, ongeacht de maatregelen die jegens de nalatige eigenaar kunnen worden genomen en onverminderd recht van verhaal van de andere eigenaars op eerstgenoemde.