Hi Rob,
Volkomen terecht dat je artikel 6 lid 1 even voor het voetlicht brengt.
Hier kan men zien dat de reglementaire verzuimtermijn wat ruimer is dan de wettelijke verzuimtermijn in boek 6 BW.
Wat mij betreft is het, zeker in het geval van Gerard, zaak om kordaat te zijn in het optreden (mijn motto is en blijft dat “zachte heelmeesters …….”).
Als ik Gerard goed vertaal dan hebben we in elk geval te maken met 25 goedwillende particulieren die een incassomachtiging afgaven omdat zij in de veronderstelling verkeerden dat dat zou moeten vanwege het gestelde in het HHR, een op zijn minst gemakzuchtige beheerder die zeker geen moeite neemt om de grooteigenaar conform de particulieren te behandelen, en tot slot een 23-stemmige grooteigenaar die handelt en zwamt naar geheel eigen wens. Hoogste tijd om wat punten op de i te zetten.
Gegeven de omstandigheden van Gerard ben ik voorts van mening dat v.w.b. het wijzigen van het HHR “het sop de kool niet waard is”. Ik ben in het algemeen gesteld volledig met je eens dat een HHR hoort te kloppen, en dat men het HHR up-to-date en correct hoort te houden. Maar in dit specifieke geval houden 23 van de 48 stemmen zich al niet aan het HHR, en de resterende 25 houden zich er (ten onrechte en/of tegen de eigen wens) wel aan. Er is natuurlijk niets op tegen om tijd te besteden aan het corrigeren van het HHR wanneer men het eenvoudig eens zou kunnen worden met de vereiste 2/3 van 2/3, maar ik zou er zeker in dit geval absoluut geen halszaak van maken.
Volgens mij heb je iets anders bedoeld dan wat ik nu in jouw gevloek lees. 😉
Door met een niet geldig besluit een nietige bepaling te schrappen weer aan de regelgeving voldoen? Ik laat maar even in het midden of dit niet geldige besluit op zichzelf al nietig (fundamenteel totstandkomingsgebrek) is of slechts/tenminste vernietigbaar.
Naar mijn idee bedoelde je wat anders.
Vriendelijke groet, Bob