In 2006 heb ik aan onze VVE een aanvraag gedaan om de ruimte onder het dak bij mijn appartement te mogen trekken.
Deze toestemming heb ik toen gekregen. Met dien verstande dat het bouwtechnisch onderzocht zou worden, en het via een officieleële bouwvergunning zou worden uitgevoerd. Aan het dakbeschot mocht niks worden vastgemaakt
wel aan de hoofdliggers, zodat eventueel toekomstig onderhoud aan het dak goed zou kunnen worden uitgevoerd.
Tevens moest ik aan beide zijden van de ruimte onder het dak, voorzieningen maken die er voor zouden zorgen dat het dak van binnenuit geinspecteerd kon worden (de woning stamt uit 1956 en had geen voorzieningen om toegang tot de ruimte onder
het dak te verkrijgen.
In de jaren daarna zijn van de zes eigenaren op de bovenverdieping 2 anderen met toestemming van de vergadering ook doorgebroken.
Aangezien alle betreffende eigenaren hebben voldaan aan de eisen die de VVE stelde is daar nog geen probleem.
De problemen kwamen pas bij verkoop van 1 van de appartementen met een zolderverdieping.
Volgens de (ingehuurde) beheerder van de VVE zou de koper geen gebruik mogen maken van de zolderverdieping van de door hem gekochte woning
Omdat de toestemming niet gekoppeld was aan het appartement maar aan de eigenaar.
Tijdens de vergadering is aan de toenmalige eigenaar gezegd dat hij een en ander voor verkoop moest regelen, dit is echter niet gelukt. De beheerder stelt nu
(nog niet officieel maar bij de volgende vergadering wel) dat hij de zolderverdieping dicht zal laten maken voor die eigenaar als er niks geregeld wordt.
Aangezien niemand daar bij gebaat is proberen wij nu als gezamelijke eigenaren van de bovenverdieping tot een voorstel te komen om een en ander goed te regelen.
Overigens met medewerking van het bestuur van de VVE.
Ons voorstel is de Akte van splitsing op onze kosten aan te laten passen en, aangezien niet alle betrokken eigenaren over voldoende geld beschikken
om het deel te kopen, huur te gaan betalen voor de ruimte onder het dak (op dit moment 40 euro per maand aangezien wij in feite
een kale ruimte gaan huren zonder enige voorzieningen, waarbij zelfs de de muren uit grof gemetselde muren bestaan.)
Waarbij alleen de eigenaren die al gebruik maken van de zolderruimte de kosten delen. Eventuele latere gebruikers betalen aan de
VVE een gelijkwaardig deel als wij nu betalen zodat daar iedereen profijt van heeft
Bij het aanpassen van de akte van splitsing worden andere zaken die de vereniging in de akte wil hebben aangepast ook gelijk meegenomen.
Onder andere de loze kelder ruimte onder de benedenwoningen waar geen vloer in ligt aan te merken als ruimte die bij de benedenwoningen hoort.
Volgens een deel zou dit juridisch aan hun behoren ondanks dat dit niet officieel in de akte van splitsing staat.
Is dit een voorstel wat kloppend is?
Zijn de eigenaren van de benedenwoningen ook gerechtigd de loze kelderruimte onder hun woonkamer als eigendom te mogen beschouwen ondanks
dat dit specifiek niet in de akte van splitsing staat?
Met vriendelijke groet,
Corné Kruis