In ons appartementencomplex heeft iedereen de beschikking over een fietsenberging. In het huishoudelijk reglement is opgenomen dat de fietsen in deze berging geplaatst moeten worden.
Een aantal bewoners houdt zich niet aan deze regels, die wij met zijn allen hebben afgesproken.
Het bestuur handhaaft niet. Deze situatie wordt nu al enkele jaren gedoogd en dit onderwerp komt regelmatig terug op de ledenvergaderingen.
Nu wordt er voor de eerstkomende ledenvergadering een voorstel gedaan voor een overdekte fietsenstalling. Dat betekent dat er een fietsenstalling voor een klein aantal fietsen van leden met onaangepast gedrag van VvE geld betaald moet worden en de meeste leden hier geen gebruik van kunnen maken.
De vraag is nu:
Kan hierover een rechtsgeldig (2/3 meerderheid?) genomen worden?
Als het quorum niet gehaald wordt moet er een tweede vergadering worden uitgeschreven. Dan kunnen er dus besluiten genomen worden met 2/3 meerderheid van de aanwezigen. De ervaring leert dat op een tweede vergadering nog minder leden aanwezig zijn en dat de indieners van het voorstel de meerderheid zullen hebben.
Is dit dan een rechtsgeldig besluit?
Kan er bij dit besluit aanspraak gemaakt worden op artikel 20 lid 2 en/of artikel 52 lid 9 van MR 2006?
De afwijkende kostenverdeling is nog niet in het huishoudelijk reglement opgenomen.
Op het voorstel om toestemming te verlenen (volgens artikel 21 lid 3) een gemeenschappelijk gedeelte aan te wijzen waarop de fietsen geplaatst mogen worden en dat men ter bescherming van de fietsen een hoes kunnen aanschaffen, wordt afwijzend gereageerd. Men wil een overdekte stalling.
Als dit voorstel wordt aangenomen is dit dan een besluit in strijd met de redelijkheid en billijkheid?
Met vriendelijke groet,
Helene
-
Dit onderwerp is gewijzigd 1 maand, 3 weken geleden door .