Deze keer eens niet een academische vraag ‘for the sake of debate’ maar een heel reële die ons bestuur op dit moment bezighoudt. En we komen er niet helemaal uit, maar we moeten er wel een besluit over nemen.
Een gezin dat een parterre-appartement in onze VvE bezit en bewoont, heeft gevraagd of ze een schutting mogen plaatsen in hun voortuin. Ze hebben namelijk een grote zitbank geplaatst tegen de voorgevel en willen ‘s zomers graag in die tuin gaan zitten, maar willen geen inkijk. Dus een schutting aan de straatzijde. Wij adviseren dan: neem een heg, maar dat duurt ze te lang voordat die hoog genoeg is.
De vraag is nu: moeten of mogen wij die toestemming weigeren?
Misschien is het handig om eerst de situatie te schetsen. Ons complex heeft 9 portieken, waarvan er 7 aan weerszijden voorzien zijn van voortuinen – parallel aan de voorgevel – van ca. 6 meter lang en 3 meter diep. De begrenzing met de trottoirs bestond sinds de bouw (1950) uit lage gietijzeren hekwerkjes (bestaande uit een stang met twee eindkrullen). Doordat die uit elkaar vielen door aantasting van roest, heeft de VvE zo’n 15 jaar geleden besloten om muurtjes te laten metselen, van ca. 30 cm hoog en op de hoeken ca. 60 cm hoog.
Nu doet zich volgens mij de situatie voor, dat we hier een ‘gemengde’ privé-/gemeenschappelijke zaak hebben. Immers de voortuinen zelf zijn privé-eigendom (en moeten ook door de eigenaren zelf worden onderhouden) terwijl de omsluitingen van de tuin aan alle kanten tot de gemeenschappelijke delen behoren (namelijk de voorgevel en – afhankelijk van de ligging – twee of drie muurtjes). Die worden dus door de VvE onderhouden.
De vraag is nu of een eigenaar gerechtigd is om in zijn voortuin een schutting te plaatsen bij wijze van afscheiding met de openbare weg/trottoir, als aanvulling op de bestaande gemeenschappelijke muurtjes.
Dit is wat ik vond in ons modelreglement uit 1972:
B. REGELING OMTRENT HET GEBRUIK, HET BEHEER EN HET ONDERHOUD VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEDEELTEN EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ZAKEN
(VERGELIJK ARTIKEL 875 F LID 1 ONDER C BURGERLIJK WETBOEK)
Artikel 3
Indien er twijfel bestaat of een zaak tot de gemeenschappelijke gedeelten of de gemeenschappelijke zaken behoort, wordt hierover beslist door de vergadering.
Artikel 6
1. Iedere op-, aan- of onderbouw zonder toestemming van de vergadering is verboden.
2. Het aanbrengen van naamborden, reclame- aanduidingen, uithangborden, zonneschermen, vlaggen, bloembakken en andere uitstekende voorwerpen mag slechts geschieden met toestemming van de vergadering of volgens regels te bepalen in het huishoudelijk reglement.
3. Een door de vergadering verleende toestemming kan – tenzij anders bepaald is – worden ingetrokken.
Vraag is nu of het hier slechts gaat om het aanbrengen van zaken op of tegen de gevel, of ook tegen de muurtjes van de VvE. Stel dat men een schutting plaatst op een afstand van, zeg 20 cm vanaf het muurtje – dus geheel in eigen tuin – dan wordt er dus niets op, of aan, of onder, of tegen het muurtje geplaatst.
Nu is er weliswaar nog een ander voorschrift, waarin is bepaald dat je je tuin ‘als tuin’ moet onderhouden en dat ‘opgaand hout’ aan beperkingen onderhevig is, maar dan wordt geen schuttinghout bedoeld, maar levende bomen en struiken. Die mogen het uitzicht van andere eigenaren (1e en 2e verdieping) niet ontnemen, terwijl klimplanten tegen de gevel minimaal 50 cm onder het kozijn van de bovenburen moeten blijven. Dit is hier echter allemaal niet aan de orde.
Iemand een idee wat in dit geval het juiste besluit zou moeten zijn?
-
Dit onderwerp is gewijzigd 2 maanden, 3 weken geleden door .